Het nieuwe gebouw Residentie Handboog, met de bank en verzekeringen van de KBC, heeft een lange geschiedenis. Van links naar rechts stonden eertijds langs de straatkant: het schutters-huis van de Edele Handboog of Sint-Sebastiaan, de Rode Leeuw, de Jeruzalem en op de hoek van het Helstraatje de Valk. Het pand was eigendom van de provincie, die eraan dacht om in een derde fase de grond te bebouwen voor het PISO. De provincie zag van deze bouwplannen af.

1° De schuttersgilde van den edelen handtboghe kwam in Tienen tot stand in de 14de eeuw. Ze had als patroon de heilige Sebastiaan, die tijdens de kerkvervolging van Diocletianus met pijlen werd doorschoten. De eerste schietoefeningen van de Handbooggilde hadden plaats in de Bostsestraat. Zo worden in 1470 de hantboge scutters nabij de Vogelpoort vermeld, toen zij wijn dronken en hueren vogel schoten. Op het einde van de 15de eeuw verhuisde de Handbooggilde naar de Kabbeekstraat, want in 1493 verkochten de erfgenamen van Jan Cappaerts hun huis aan de Sint-Sebastiaansgilde.

In 1635 werd den huyse ende camere vanden handtboghe gulde een prooi der vlammen. De Handboog of de Sint-Sebastiaan werd weer opgebouwd. Op het einde van de 18de eeuw had het huis een prachtige voorgevel met een grote inrijpoort en twaalf vensters.

De laatste huurder van de Sint-Sebastiaan was Jean Coenen. De Fransen schaften de Sint-Sebastiaansgilde af en verkochten het pand op 16 mei 1798 voor 240.000 ponden aan de weduwe Delescailles, eigenares van de Rode Leeuw ernaast. De Handboog ging daarna over naar de familie Gilain. Jacobus Josephus Gilain kocht ook goederen bij de Helstraat om zijn fabriek te vergroten. De firma verliet uiteindelijk de stad in 1964. Tijdens en na de oorlog had de Handboog dienst gedaan als Landbouwschool, Gilainstraat 3. De provincie Vlaams-Brabant verkocht de Landbouwschool op 6 september 1996, samen met de ABR tot aan de Helstraat aan de Kredietbank.

2° Tussen de Edele Handboog en de Jeruzalem stond enkele eeuwen lang de Rode Leeuw. Rond 1570 was Olivier Hoochgraeve de eigenaar van de Rode Leeuw, in opvolging van Caerle Timmermans. In 1635 brandde het huis af. Toen Jan Landeloos, als rentmeester van O.L.V. ten Poel op 19 maart 1638 het erf daer een huys heeft opgestaen inde cabbeeckstraete geheeten den rooden leeuw beklagen liet, hoorde het toe aan Cornelis Jacobs. Het was toen nog een puinhoop. Na 1657 bouwde Willem Leemans, Ingesetene van bunsbeeck, een nieuw huis, dat hij in 1667 verhuurde aan de rademaker Jooris Kindermans. Kindermans was een woeste vent die het pand veel schade toebracht.

De Rode Leeuw stond in het midden van het huidige vernieuwde pand en maakte deel uit van de werkhuizen Gilain, in 1934 bekend als de Ateliers de Construction Mécanique de Tirlemont (ACMT) en in 1960 als de Ateliers Belges Réunis (ABR).

3° Tussen de Rode Leeuw en de Helstraat ten slotte stond de Jeruzalem, dat lange tijd één geheel vormde met de Valk.

In 1834-37 hoorden Jeruzalem en Valk toe aan Josephus Vanherbergen en in 1860 aan de rentenier baron Emmanuel de Turck de Kersbeek. Beide panden werden toegevoegd aan de fabriek van Gilain. Meer informatie staat in mijn boek Thuis in Thienen, 1999, blz. 152-160. Ik hoop dat firma Vangronsveld eerlang de benaming Residentie Handboog op een zichtbare wijze laat aanbrengen, als een verre herinnering aan onze voorouders die hier met de boog kwamen schieten.

Dr. P. Kempeneers.