Het Kasteel in Orsmaal, bekend als het Huis of het Hof ten Steen, kwam wegens verkoop recentelijk in de belangstelling. Bij mijn opzoekingswerk over de toponymie van Orsmaal-Gussenhoven en Melkwezer vond ik allerlei wetenswaardigheden die ik mijn sprokkelaars (lezers van mijn sprokkels) niet wil onthouden.

In het Rijksarchief in Brussel bevindt zich een plattegrond van het Hof ten Steen (nr. 4607) uit 1682, gelegen tussen de hoofdstraat van Orsmaal (nu de Helen-Bosstraat) en de Gete. Pas in 1733 werd het grote domein in twee gesneden door de aanleg van de steenweg van Tienen naar Sint-Truiden. Het plan bevat een eenvoudige schets van het kasteel en de kerk, samen met een summiere aanduiding van enkele gebouwen, aangeduid met de letters A tot L. Bij de letter D lees ik: die oude saeghcuijle, en bij F: die saeghcuijle, alwaer die calengie jn questie gebeurt is. Een calengie is een twist, die te maken had met een zaagkuil. In een proces van het Leenhof van Brabant (nr. 2547) vinden we het antwoord. Op 14 maart 1682 legden Joan Gillis, burgemeester, en Laureijs Marcellis, deken van de timmerlieden van Zoutleeuw, een klacht neer tegen Ferdinand de Beeckman, heer van Vieux-Sart en Oignies. Deze laatste was in 1682 kasteelheer in het Hof ten Steen in Orsmaal. Volgens de Leeuwse timmerlieden mochten enkel helpers uit Zoutleeuw de bomen komen zagen. De kasteelheer betwistte het gezag van Zoutleeuw over zijn domein in Orsmaal. Zodoende kwam het tot een proces en als bewijsmateriaal werd een schets gemaakt van het Hof ten Steen en omgeving. Met twee zaagkuilen.

Familievorser André Mathues had een grootvader die nog in een zaagkuil had gewerkt. Maar geen enkel woordenboek kent het woord. Het internet bood uitkomst. (Met dank aan An Knaepen in het Toreke). De rekeningen, opgesteld in 1342-1343 over het kasteel van Montfort in het gelijknamige dorp in Nederland, kenden de zaagkuil wel. De houtsniders zaagden met behulp van een zaagkuil boomstammen tot balken en planken. Het woord kwam ook voor in de Voerstreek. En in 1755 was den saegh cuyl nog bekend in de regio Ravels-Weelde-Poppel.

Sommige woorden overleven in de periferie van een taalgebied. Dit is ook met de zaagkuil het geval. Zo geeft het internet nog 4 zaagkuilen, als benaming voor zeer grote boerderijen in Zuid-Afrika, o.a. de Zaagkuil in het district Potgietersrust met een oppervlakte van 992 hectare. Hoe een zaagkuil eruit zag, kan men zien in Bokrijk. Hier bevindt zich een reconstructie van een zaagkuil of zaagstelling. Door een kuil in de grond te graven, kunnen 2 timmerlieden boomstammen in planken of balken verzagen. Eén timmerman staat dan onderaan in de kuil, een tweede bovenaan. Het zagen gebeurt verticaal, waarbij de onderste werkman met twee handen aan een houten handvat trekt, dat haaks staat op het zaagblad. Het is eigenaardig dat een eertijds zo bekend woord eveneens ontbreekt in het Middelnederlands Woordenboek.

De beschreven plattegrond is niet helemaal exact. De noordoosthoek met de huidige Ezelsbaan en de Helen-Bosstraat is onnauwkeurig getekend. Voor de rest is het plan bruikbaar om de oude kern van Orsmaal-Gussenhoven te reconstrueren. De weg die naar de kerk liep, bij de letter L genoemd den wech gaende naer die kercke van Osmael, bestaat niet meer. Deze weg liep doorheen perceel B 182 en is niet identiek met de huidige Kerkweg. Deze weg kwam er pas in 1827, na een beslissing van het Vredegerecht in Zoutleeuw.

Dr. P. Kempeneers.