In een vorige Sprokkel lokaliseerde ik de Drie Schouwen op C 162. De vroegere Kerkweg of de weg naar Helen loopt nu als de rechte Spoorwegstraat naar Bos. Deze straat dwarst de aloude heerbaan, die nu de naam Kruisveldstraat draagt.

Enkele meters voor het kruispunt (als je van Orsmaal komt) vind je links en rechts van de Spoorwegstraat een voetpad, dat op de kaart van de gemeente Zoutleeuw ten onrechte is weggelaten. Het is de Molensteeg, die ik al in 1587 vond als die molensteghe. Het linker gedeelte, verscholen in het groen, verbindt de Spoorwegstraat met de Kruisveldstraat en vormt aldus een driehoek, op de recente kadasterkaart genummerd C 162d. Het rechter deel van het voetpad loopt naar de Kleine Gete waar eens de Rommaalse Molen stond. Vandaar de naam Molensteeg. Het perceel aan de oostkant van de Spoorwegstraat heeft het nummer C 162e. Van de eertijds zo belangrijke hoeve, de Drie Schouwen genoemd, blijft niets meer over.

We volgen het oostelijke deel van de Molensteeg richting Kleine Gete. We komen eerst nog voorbij een grote mesthoop waarop mooie courgettes groeien! Het voetpad mondt uit in een grote weide. Met wat fantasie zie je de grote bedrijvigheid die hier eertijds heerste bij de Molen van Rommaal.

De naam Rommaal is al oud. Zo vond ik in 1280 Henricus de rummala, circa 1370 Henricus Scotte de rommale, enz. De naam van dit gehucht verdween al in de 17de eeuw, maar bleef nog een eeuw in gebruik in de benaming Rommaalse molen of de Molen van Rommaal. Deze molen werd voor de eerste maal vermeld in 1387, maar is wellicht veel ouder. Bij de molen bevond zich een pachthof, bekend als het Hof van Rommaal. In 1480 heette het: thoff van Rummale metten huysengen ende drye bempden. De gronden van het hof hoorden toe aan het Sint-Lambrechtskapittel te Luik, of volgens andere bronnen aan het kapittel van Sint-Kruis, eveneens in Luik. Op 17 december 1460 werd de molen van Rommaal eigendom van de abdij van Vlierbeek. De abt stond de molen af aan Matthys van Wesere voor een jaarlijkse cijns van 4 mudden hard koren. Later werd de molen verdubbeld en bestond hij uit een korenmolen en een slagmolen. Daarom spreekt men ook van de molens van Rommael, in het meervoud. Vervolgens ging de molen over naar de familie Van Halle. De molen had zeker te lijden door de oorlogsellende op het einde van de 16de eeuw.

Op 8 juli 1642 liet Jan Verdonck, die getrouwd was met de weduwe Cornelis Willems, de molen van Rommaal becommeren, wegens wanbetaling. Waarschijnlijk werkte de molen op dat ogenblik al niet meer, al vond ik nog in 1731 dat een perceel gelegen was omtrent de Rommaelsche molen.

Naast de molen bevond zich een groot goed, dat in 1642 bekend was als het Speelhuis en in 1724 als het Speelhof. Het bestond in 1642 uit een groot huis, vijvers, boomgaarden, beemden en land, gelegen aan de brug van Helen, samen 9 bunders groot. We kunnen het Speelhof situeren op C 159, dit is een uitgestrekt gebied tussen de Kleine Gete en de Spoorwegstraat. Ook van het Speelhof is heden geen spoor meer te bekennen.

Dr. P. Kempeneers.