In mijn Tiense Sprokkels over het verdwenen gehucht Rommaal, gelegen in Helen bij de Kleine Gete, besprak ik de militaire kaart genummerd 5347. Anders dan zichten over de inneming van Zoutleeuw, is deze kaart met een grote nauwkeurigheid getekend. Met een aantal merkpunten is het tamelijk eenvoudig om deze kaart over te brengen op de schaal van de hedendaagse kadasterkaart van Zoutleeuw en omgeving. Ik noem enkele goede merkpunten. De Dormaalsebeek loopt nog altijd zoals 300 jaar geleden. Voorbij de Koepoortstraat maakt deze beek een rare kronkel, die eeuwenlang de scheiding vormde tussen Zoutleeuw en Helen. Ook het punt waar de Dormaalsebeek in de Kleine Gete uitmondt, is nog altijd hetzelfde.

Aan de Bethaniakapel komt de oude Tiensestraat samen met de Geluistraat, nu Oude Kassei genoemd. De oude weg naar Tienen heeft geen naam op de plattegrond van Zoutleeuw, maar loopt in Helen verder als Kruisveldstraat. Dit was in oude tijden de Heerbaan van Leeuw naar Tienen. Ook de brede Vloedgracht, op de grens tussen Bos en Zoutleeuw, heeft nog altijd dezelfde bedding. Ten slotte verbindt de Vinbeekstraat de huidige Budingenweg met de Ossenwegstraat. Als je al deze punten verbindt, zijn de verdedigingswallen uit het einde van de 17de eeuw perfect te reconstrueren.

Enkele opvallende punten in de Leeuwse verdedigingslinie waren de redoutes. In Tienen waren in de omheining eveneens redoutes aangebracht. De Tiense volksmond verbasterde het woord tot rondut. In Zoutleeuw vond ik trouwens ook in 1845 Rondoet als benaming. Een redoute is een schans in een verdedigingswerk, afgeleid van het Italiaans ridotta, dat zelf een afkomstig is van het Latijn reductum, voltooid deelwoord van reducere.

In de Leeuwse omheining bevonden zich 3 grote rondutten die alle goed te lokaliseren zijn. In 1726 bezat Sieur Raddar een beemd gelegen buiten de Tiense Poort genaempt den kercker daer de Rondoute op staet. Notaris Opstadt noteerde in 1739 dat er een Rodoute stond bij de Bolsterse Sluis, enz. Met de gegevens van kaart 5347 is het eenvoudiger om deze redoutes te lokaliseren. Buiten de Koepoort stond een “rondut” op perceel A 159. Dit perceel is heden nog ongeschonden bewaard. Het ligt in de Driebek, gevormd door de Koepoortstraat, de Passtraat en de Dormaalsebeek. Een grote redoute stond vlakbij de Bethaniakapel, namelijk op het noordelijk deel van C 18d, in de hoek gevormd door het voetpad en de weg die loopt van de kapel naar Helen. Stel u een X voor. Bethania staat tussen de 2 bovenste benen, de redoute in de twee onderste.

Een derde grote redoute stond in Bos in een opvallende bocht van de Gete, op perceel B 294, dat op de kaart van Popp nog als een grote ruit te zien is. Op de huidige kadasterkaart is dit nummer opgegaan in B 296a en B 295c. Toch is de plaats gemakkelijk terug te vinden. De redoute stond precies tegenover de plaats waar de Vinnebeekstraat aan de Budingenweg eindigt. Over de Gete ligt hier een bruggetje.

De genoemde 3 grote rondutten waren vierkant van vorm, behalve deze aan de Dormaalse beek, waarvan 1 hoek was afgesneden. Een zijde van deze vierkanten was meer dan 60 meter lang. De grote rondutten hadden derhalve een oppervlakte van zodat 40 aren. Interessant genoeg om eens op te graven.

Dr. P. Kempeneers.