Hespen luidt in 980 Hasbina, geciteerd door Gysseling en Koch, in hun uitgave van de Diplomatica Belgica. Verder geeft Gysseling voor 1115-1128 Hesbines (in zijn Toponymisch Woordenboek). In het cartularium van Sint-Trudo uit 1139 (kopie 13de eeuw) vinden we Hespinne en Hespine (f. 43 en 137), enz. In mijn werk over Orsmaal-Gussenhoven en Melkwezer citeer ik nog meer vormen met de nodige verwijzingen.
De gedifferentieerde vorm Neerhespen vond ik een eerste keer in 1321, dit is de oudst bewaarde rekening van de Tiense Armentafel. Hier luidt Neerhespen in het Latijn: in hespinne inferiori, maar drie jaar later staat al in de rekeningen nederhespen, enz. Voor Overhespen lezen we in 1321 jn hespinne superiori, maar ook al in het Nederlands: in ouerhespinne.
De naam Hespen is niet met zekerheid te verklaren. Volgens de meest gangbare uitleg gaat het eerste lid terug op Germaans *hasp, dat weide zou betekenen. Hespen zou van deze wortel zijn afgeleid met een n-suffix, dat echter doorgaans dient om waternamen te vormen, zoals de Mene, uit ouder Medona.
De Waalse toponymist Herbillon zoekt in Hespen eerder een waternaam. Hij suggereert voor Hespen een grondvorm *ab-sa, bij de wortel *ab “water”. (Zie Herbillon in: Handelingen van de Kon. Commissie voor Toponymie en Dialectologie, 1964, p. 93-96). Om *absa te vinden in de vorm Hespen is wel een hele uitleg nodig. De anlauts-H is volgens Herbillon een Germaanse adaptatie. Hierbij komt nog een consonantische metathesis, waardoor het hypothetische *Hab-s_ evolueerde naar de waternaam *Hasb_, die de oude naam voor de Kleine Gete zou zijn. Hespen is aldus volgens genoemde toponymist verwant met de streeknaam Haspengouw, in het Frans Hesbaye. Deze etymologie roept echter veel vraagtekens op!
Vooreerst is het niet zeker of de woorden Haspen(gouw) en Hespen met elkaar verwant zijn. Gysseling verklaart de naam Haspengouw of Hesbaye uit Germaans Hasibanja. Het eerste lid Hasia is een genitief meervoud van Hasiz (met lange i), die evolueert tot de Germaanse volkerennaam Hessen. Banna betekent volgens Gysseling misschien “rechtsgebied”. Misschien, want achter zijn verklaring staat een vraagteken. Haspengouw is dan het gebied van de Hessen.
Aannemelijker is dat Hespen dezelfde wortel bevat als hesp “hieltje van een ham”. Dit woord is onder meer verwant met haspel met de betekenis “haak, hengsel”. De gemeentenaam Hespen kan dan betrekking hebben op een haak, bv. een opvallend scherpe bocht van de Kleine Gete. Ook de betekenis “weide” blijft mogelijk. Hespen bevat dan een Romaans n-suffix, zoals Kempen is afgeleid van Romaans campania “hoogvlakte”.
Franstalige vormen van Over- en Neerhespen komen zelden voor. Zo vond ik voor Overhespen in 1546 sur la piechette qui viengt del hespen le souvrayne (= op het voetpad dat komt van Overhespen), ca. 1690 entre haute espen et gussenhove, en in 1705 Haulte Espinne. Frenay (1892) vermeldt Espine naast Haute-Espine en Basse-Espine, maar geeft hiervan vindplaats noch datum. Volgens de pastoor uit Laar is Espine, uit Latijn spina “doorn”, geen vertaling van Hespen. De gelijkenis is eerder toevallig. Hij heeft gelijk. Espine zou theoretisch uit spina kunnen ontstaan, door sonorisering van de s, zoals in escola (uit scola), nu école. In het geval Hespen is de vorm Espine eerder ontstaan uit de geattesteerde vormen Hespinne, met verlies van de anlauts-H.
Dr. P. Kempeneers.