In Orsmaal-Gussenhoven strekt de helling van de Steenberg zich uit van Melkwezer tot voorbij de Helen-Bosstraat. De hoogte van circa 42 meter ten noorden van de straat, in de omgeving van de verdwenen Melkwezerwegel, heette volgens rijksarchivaris Alphonse Wauters in 1543 de “Venusberge”. Het wegje was eertijds bekend als het Bedelaarsbaantje.
In opdracht van de bisschop van Mechelen moesten de pastoors een korte geschiedenis schrijven van de parochie waarin zij verbleven. In Orsmaal putte pastoor Lamal vooral uit het werk van genoemde archivaris. In 1901 haalt hij ook de Venusberg aan. Bij mijn opzoe-kingswerk over Orsmaal vond ik andere attestaties. In 1569 lag een perceel “bouen vrau venus berch”, aan het voetpad van Orsmaal naar Wezer en in 1586 huurde Dehertogh 6 dagmalen gelegen “opt venus berch”. De naam komt nog voor tot in het begin van de 17de eeuw: 1607 “op venus berch”. De volksmond noemde deze hoogte volgens pastoor Lamal in 1901 de Glazenberg.
Onderwijzer E. Roumieux noteert in zijn aantekeningen over Orsmaal een volkse uitleg over de Glazenberg. Franstalige Belgische soldaten spraken in 1870 van “montagne de glace of in het Marollens Glaceberg”. Zij deden dit, aldus Roumieux, wegens de glibberige toestand van het pad in de winter dat naar de herbergen leidde. Op welke gegevens steunt het volk om de aanwezigheid te verklaren van soldaten in de Frans-Duitse oorlog in 1870 in Orsmaal? Hoe komen daar Belgische soldaten terecht? Over welke herbergen gaat het? Welk voetpad leidde er naartoe? Deze volkse uitleg voldoet natuurlijk niet.
Volgens rijksarchivaris A. Wauters herinnert de naam Venusberg aan de cultus ter ere van de godin Venus. Deze mooie uitleg is onjuist. Van Durme waarschuwt in Naamkunde 1986 voor het vermeende verband tussen een naam en de archeologische realiteit, zoals bij de Venusberg in Kasterlee. Zelfs als ergens Romeinse vondsten worden gedaan, is het niet zeker dat een toponiem zover teruggaat.
Een verklaring voor vrouw Venus moeten we niet zoeken bij een verdwenen Romeinse eredienst, maar eerder bij een meer voor de hand liggende realiteit. Wellicht was Vrouw Venus in 1543 de boerin van het latere pachthof van Pierre Borgers op A 209. Dit pachthof bestaat niet meer, maar er staat wel een nieuw huis op de plaats van het vroegere pachthof. Venus komt trouwens als persoonsnaam voor. Debrabandere vermeldt in zijn Woordenboek van Familienamen onder meer een Venus in 1652 als een vondelingnaam in Antwerpen. Dat een persoonsnaam in een toponiem overleeft, is geen zeldzaamheid. In Orsmaal heette een veldweg de Marie Roosestraat. De naam herinnert aan Maria Rosa Domwille, die circa 1731 vermeld staat in de ledenlijst van de Broederschap van het Alderheiligste Sacrament.
De Venusberg heette ook meer algemeen de Heuvel. In het cijnsboek van het Klooster van Rameien (in het Frans La Ramée) lees ik in 1546 “op die strate byden hovel aldaer men nae Leeuwe gaet”. In de Franse vertaling luidt de omschrijving: “le hauteur ou montaingne par ou que on vat a la ville de le leeuwe”.
Dr. P. Kempeneers.