In een vorige sprokkel vertelde ik dat dr. H. Jacobs enkele documenten bezit, die interessante informatie bevat voor de Tiense geschiedenis. Soms is de informatie volledig nieuw. Over sommige perioden weten we immers haast niets meer. Soms kennen we amper de naam van een burgemeester. Zo woonde op de plaats van de huidige Kredietbank KBC (Residentie Handboog) in 1815 advocaat en oud-burgemeester Michel Raphaël François Del’Escaille. Over deze burgemeester weten we enkel dat hij in 1791 een verweerschrift liet drukken tegen de bekende Lijst van wandaden, gedrukt in Sint-Truiden. Over de bewoners van de Rode Leeuw en de Handboog vindt de lezer enkele gegevens in mijn boek Thuis in Thienen (blz. 152 e.v.) en bij pastoor De Ridder kan men terecht voor de namen van de broers en zusters van oud-burgemeester Raphaël, nl. in Hagelands Gedenkschriften, 1929, aflevering 1-2, blz. 24. Het handschrift dat dr. Jacobs in zijn bezit heeft, vertelt ons veel over de omstandigheden van zijn overlijden.

In 1815-1816 rees er een betwisting tussen volgende partijen. Aan de ene kant stond Marie Jeanne Josephine Del’Escaille, getrouwd met Egide Henri Joseph Van Trier, aanvraagster, gedomicilieerd te Antwerpen en vertegenwoordigd door Dejongh. Zij was de zuster van de overleden oud-burgemeester Raphaël Del’Escaille. Aan de andere kant stonden de overige broeders en zusters van de overledene als verdedigers, nl. Louis Antoine Marie Del’Escaille, Henriette Jeanne Cornelie Del’Escaille (weduwe Deturck), juffr. Marie Ernestine Del’Escaille, renteniers te Tienen, en Henri Michel Del’Escaille, adjunct-burgemeester te Leuven, vertegenwoordigd door Mattelé. Het proces beslaat 40 bladzijden.

Eerst de feiten. Oud-burgemeester Michel Raphaël François Del’Escaille schreef op 10 september 1815 eigenhandig zijn testament en overleed na een slepende ziekte op 1 oktober 1815. Het testament werd dezelfde dag in een koffer gevonden. Oud-burgemeester Raphaël maakte zijn broers en zussen erfgenaam, maar zijn zuster mevrouw Van Trier kreeg slechts een rente van 300 gulden per jaar. Van Trier miskende echter het testament. Haar broer, zo toonde ze aan, was al maanden ziek en kon het testament niet zelf geschreven hebben. Volgens de dokters leed hij aan atrabile en kwijnde hij langzaam weg. Op het einde van zijn leven kon hij zelfs niet meer rechtop zitten. Het processtuk vermeldt trouwens, op akelige wijze, in detail de aftakeling van de burgemeester.

Na vergelijking van het testament met ander bewijsmateriaal door schriftexperts meende de rechtbank te Leuven dat het testament echt was en derhalve uitvoerbaar. Waarschijnlijk had Del’Escaille het hele stuk al vooraf geschreven, toen hij nog in redelijke gezondheid verkeerde. In ieder geval kreeg de aanklaagster bij vonnis van 27 november 1816 ongelijk. De betrokkenen kregen het verslag van het vonnis aangeboden op 9 december 1816.

Het document is ook voor de stand van de geneeskunde in 1816 erg leerzaam. Del’Escaille stierf aan de ziekte die atrabile werd genoemd. In feite ging de medische wetenschap terug tot de oude Grieken, meer bepaald tot Empedocles van Agrigentum die de elemententheorie lanceerde. De theorie werd door de hippocratische school van Kos toegepast op de vier lichaamssappen of “humores”. Atrabile betekent zwarte gal en was één van de vier humores. Waarschijnlijk stierf de burgemeester aan kanker.

Dr. P. Kempeneers.