Het oudste cijnsboek van Tienen is het 5de deel in de reeks “Bijdragen van het Hagelands Historisch Documentatiecentrum”, beter bekend als het archief van het Toreke. Naast het cijnsboek van de hertog uit circa 1350 bevat de bijdrage ook een kroniekje, geschreven door de Tienenaar Gregorius Cluckers.
Het cijnsboek noteert de namen van de Tienenaars die een belasting of cijns betaalden aan de hertog van Brabant. Het origineel wordt bewaard in het algemeen rijksarchief te Brussel. Toen ondergetekende zijn werk “Thuis in Thienen” in 1999 publiceerde, steunde hij voor de geschiedenis van de huizen op een reeks hertogelijke cijnsboeken. Een boek, vernieuwd in 1699, is eigendom van het Toreke en werd door mij in dezelfde reeks uitgegeven. Door vergelijking met de volgorde van de straten, de betaalde cijns en de inhoud van elk item (een werk van zeer lange adem) was het mogelijk om de eigenaars van alle beschreven panden te achterhalen. Het oudste boek in de reeks is het cijnsboek in Brussel. Hier vinden we dus de oudste gegevens over de Tiense huizen en hun eigenaars.
Ik legde de link met de latere cijnsboeken door de items in het oudste cijnsboek te nummeren zoals in het boek uit 1699. Ook voorzag ik elk item met een commentaar.
Het boek bevat de oudst bekende families uit Tienen in de 14de eeuw. Wel zijn een aantal familienamen, waar het mogelijk was, verlatijnst. Op deze wijze worden familienamen natuurlijk onherkenbaar. Daarom komen ze in een handige lijst samen. Voorbeelden zijn De Palude (Latijn voor Vandenbroeck), of Faber voor Smet, De Atrio voor Vanden Kerckhove, Pistoris voor Beckers, enzovoort. Omdat het cijnsboek bijna volledig in het Latijn is geschreven, stelden we een lijst van Latijnse woorden samen, zodat iedereen het cijnsboek kan raadplegen. Ook de straatnamen zijn verlatijnst. Het cijnsboek leert ons welke straten Tienen in de 14de eeuw al kende. Het Forum Caseorum is bv. de Kaasmarkt, de Vicus Fontis Campi de huidige Veldbornstraat. Om het cijnsboek te raadplegen bevat het werk een alfabetische klapper op alle voorkomende namen.
Als aanvulling vinden we in de uitgave een merkwaardig kroniekje. De Tienenaar Gregorius Cluckers vertelt over een aantal belangrijke voorvallen uit de 16de en 17de eeuw: de brand van de hoofdkerk in 1536, een tempeest in 1592, de overstroming van 1649, het eerste schip in Tienen in 1650 en vooral de overbrenging van verscheidene relikwieën naar de Sint-Germeinskerk in 1666 met onder andere een stukje van het Heilig Kruis. Dit heuglijke feit werd 2 maal gevierd: na 150 jaar in 1816 en na 175 jaar in 1841. Waar wachten we op om weer een grote viering te organiseren in 2016, dus na 350 jaar?
(Het oudste cijnsboek is enkel verkrijgbaar in de Info op de Grote Markt voor 10 euro).
Dr. P. Kempeneers.