De benaming Oudekleerkopersstraat in Tienen ontstond pas in het begin van de 19de eeuw. Voorheen heette deze straat gewoon Bergstraat. Of wat duidelijker in 1383 de berchstrate daer men gheet ten huse van walsberghe wert. Dus: de straat waar men naar het huis van Walsberg gaat. Dit huis was in Tienen ook bekend als het Huis van Chantrijn en later als het Huis van Malta. Het staat er nog altijd. Het komt overeen met (van rechts naar links) de nummers 35 tot 39 in de Minderbroedersstraat.
Verwarrend is de naam Kleine Bergstraat. Vroeger bedoelde men hiermee: 1. het straatje van de Botermarkt richting Langestraat en 2. het straatje richting Minderbroedersstraat. Ook onze voorouders hadden het soms moeilijk met de benaming. Daarom voegden de rentmeesters er een bepaling aan toe, om de twee straatjes uit elkaar te houden. Bijvoorbeeld in 1635: inde cleijn berchstraete naer die peperstraete wert. Dus: de Kleine Bergstraat richting Peperstraat. Waarom Peperstraat? De toenmalige Peperstraat liep van de Grote Markt tot aan het Torsinplein. Door de jarenlange aanwezigheid van het Minderbroedersklooster werd een groot deel van de Peperstraat in de volksmond omgedoopt tot Minderbroedersstraat. Deze naam werd officieel. Later zal de Kazerne zorgen voor een nieuwe volksnaam: de Kazernestraat. Deze naam werd echter niet officieel.
In deze “Kleine Bergstraat” kocht Franciscus van der Linden in 1759 het huis van dokter Carolus Durij, nu Oudekleerkopersstraat nummer 23. Dit huis heette in de 18de eeuw het Paradijs. Van der Linden was een opkoper van oude kledingstukken. Oudekleerkopers waren al langer in onze stad actief. Een ordonnantie van 7 juni 1680 laat ze toe klederen te verkopen “zoals zij van ouds gedaan hebben”. In 1792 wordt Francis Van der Linden uitdrukkelijk vermeld als oudecleercoper. Anderen volgden zijn voorbeeld en vestigden zich eveneens in de Kleine Bergstraat. In 1837 woonde de 43-jarige Henri Bottu in het huis nummer 20. In nummer 3 woonde de oudekleerkoper Mathieu Vanhove, in nummer 5 François Morren, en Mathieu Mombaerts in 7, enz. Door de aanwezigheid van deze verkopers veranderde de straat van naam. Zo vond ik in 1835 voor de eerste keer rue des frippiers en in 1869 oude-kleerkoopers straat.
Wat zulke kleerkopers opkochten, kwam ik te weten uit een zeldzaam document dat dokter H. Jacobs kon verkrijgen. Het is een eenvoudig papier met het Taxaet van oudekleerkoper Henricus Fero uit 1818. In Aandoren was de weduwe van Jan Mathys gestorven. De opkoper begaf zich naar het sterfhuis en maakte vooraf een schatting van de goederen die hij wou kopen. Ziehier zijn opsomming: 18 hemdens, 5 paar lakens en een half, 2 neusdoeken, 3 voorschoten, 2 sokken en 1 jak, een pluimen bed, een hoepeling en 2 ketels, een half dozijn stoelen, 3 houten schapraaien, een tafel, 16 pond tin, en ten slotte 4 trekmutsen. Voor deze inboedel betaalde hij 63 gulden en 12 stuivers courant geld.
De schatting werd door iemand anders geschreven. Fero kon zelf niet schrijven en zette, door middel van een kruisje, zijn handmerck. Als getuigen ondertekenden Jan Baptist Vandertaelen en G. Steveniers.
Dr. P. Kempeneers.