Vlak naast het grote pachthof van Savooien stond de Sinterklaaskapel, ook genoemd Kapel van Dienem, meer bepaald op perceel E 116, naast de huidige Twaalfapostelenstraat. De kapel verdween al voor 1634. Omdat de kapel een hoge toren had, dachten de legerbenden en de vrijbuiters ten onrechte dat het pachthof van Savooien een klooster was, dus een uitverkoren buit! Toen de laatste huurder, Cathlijne Mathys, uit de ruïne vertrok, had ze zelfs geen kleren meer. Na haar vertrek werd de hoeve niet heropgebouwd. Wel verhuurde het college de gronden. Er moesten akkoorden worden afgesloten met de aanpalende eigenaars, zoals het Tiense kapittel, om de dreef te mogen gebruiken die naar het Rozendaal liep.
De kleinere hoeve die Martinus Loopez aan het college verkocht, bestaat nog altijd. Het is het pachthof gelegen in de hoek van de Vissenakenstraat en de Kattestraat, eertijds Wijngaardstraat genoemd en nu Kattenbos. De boerderij op D 270 (Vissenakenstraat 504) werd door het College van Savooien verhuurd. In 1670 bv. was de huurder van het pachthof Jan Pauwels. Deze mocht ook van de brouwerij gebruik maken die in de boomgaard stond. Op 19 september 1681 waren de huurders Jan, Lambrecht en Mathijs Peeters, ghebroeders op het hoff vant voorschreuen Collegie binnen Sinte Mertens vissenaecken. In 1743 woonde op het pachthof Jan Peeters, die getrouwd was met Maria van Haegendoren. Jan stierf echter op 3 augustus 1743. Twee maand later hertrouwde Maria met Arnoldus Michiels. Na Arnoldus’ dood bleef Maria van Hagendoren de hoeve verder bestieren, want op 20 april 1775 verhuurde het college de boerderij aan Maria, de weduwe wijlen Arnoldus Michiels. Uiteindelijk kwam de hoeve in volle eigendom aan de familie van Frederik Huens uit Boutersem.
Dr. P. Kempeneers.