s-hertogengrachtSommige plaatsnamen worden in de volksmond onherkenbaar vervormd. Tussen 1221 en 1235 werd op bevel van de hertog van Brabant een lange gracht gegraven. Vandaar de naam ‘s-Hertogengracht. Ze begint tussen Neerlinter en Wommersom, en eindigt in Budingen. De volksmond heeft deze waterloop verbasterd tot Sattekesgracht. De gracht heeft niets te maken met zatlappen die in het water waren gesukkeld.

In Helen-Bos heette een grote weide tussen de Vloedgracht en ‘s-Hertogengracht het Berouw. Zo lees ik in 1645 “manspriesters oft Bieraus”, en in 1754 “berauw oft manspriesters”. Manspriesters is een andere naam voor de Scholieren van Zoutleeuw. Berouw en Bieraus zijn vervormingen van Henrick Braes, licentiaat in de rechten, die op deze plaats grote weiden bezat.

puitenstraatIn 1290 bevond zich in Zoutleeuw een “Putenstrate”, van de 16de eeuw af met uy geschreven: 1503 “Puytenstrate”. Het niet meer begrepen Puitenstraat werd later Buitenstraat. Pute is Middelnederlands voor “hoer, lichtekooi”. De Putenstraat in Zoutleeuw is te vergelijken met de Tiense Bordeelstraat, nu Violetstraat.

In Gussenhoven begon de Dorpsbron oorspronkelijk NIET met een d. De consonant werd door proclise een vast bestanddeel van de waternaam Orbe. De Orbe werd aldus Dorbe, net zoals de n van “mijneN onkel” een deel werd van het woord Nonkel. De niet meer begrepen bronnaam Dorbe werd opgevat als Dorp. Voorbeelden: 1340 “supra orbe”, en in 1695 “inden dorpborne.” Orbe is een bekende waternaam in Europa en betekent “opwellend water”. De naam is buitengewoon interessant, omdat hij teruggaat tot de tijd dat er in Gussenhoven nog Kelten woonden.

trekgatDe Rondoet, een versterking in Helen-Bos, Tienen en Zoutleeuw, gaat terug op het Frans redoute, volksetymologisch aangepast tot rondoet, en in Tienen zelfs tot rondut, met de bijgedachte aan een ronde hut.

Het Trekgat ten slotte in Zoutleeuw is nog bekend in de volksmond. Het is geen samenstelling met gat, maar een eigenaardige vervorming van de persoonsnaam Rickart!