1. De kapel van de Heinkensberg

1.1 Situering

In Attenrode-Wever, deelgemeente van Glabbeek ten noorden van Tienen, staat een kapel toegewijd aan O.L.Vrouw ter Sneeuw, gelegen op de Heinkensberg op B 50. Daarom heet de kapel ook O.L. Vrouw van de Heinkensberg.

Enkele attestaties: 1666 (land) aen het Lievrauken (SG 7173a, f. 1v), 1685 de sacello D. Virginis, op den heijnkensbergh daer een capelle opstaet (K 20.228), 1698 existere sub titulo beatissime virginis marie ad nives sacellum vulgo montis henricij nuncupatum quod festum ibidem colendum est quinta augusti (K 20.228), 1787 unum sacellum … in honorem Beate Marie Virginis (Mechelen, map).

Vicca (1)
Fig. 1 Glabbeek met fusiegemeenten 

 

Vicca (2)
Fig. 2 Sectie B nr. 50

1.2 De legende van generaal Vicca

Volgens een artikel, geschreven door een zekere Lode, werd de kapel gebouwd in 1572 door een generaal die door de hertog van Alva gezonden was om de rust in het Hageland te herstellen.

Vicca (3b)
Fig. 3 Artikel van Lode

Dit artikel zou verschenen zijn in het katholiek tijdschrift De Toekomst in september 1911. Zo lees ik althans in een gestencilde bijlage, geschreven door Jean-Michel Pardon en Henry de Pinchart (1980). Dit is een vervolg op een studie van beide auteurs verschenen in 1963. Waarschijnlijk hebben deze auteurs de tekst maar half gelezen. In werkelijkheid staat er, dat de bedevaarders hun nood komen klagen, zoals Vicca deed “over 350 jaren” (bedoeld wordt “voor” 350). Als je 1572 en 350 optelt, bekom je 1922. Dit is het jaar van de grote viering.

Misschien was “Lode” dezelfde als L. Chaltin die het verhaal vertelde in de Brabantse Folklore in 1923. Chaltin beschrijft de stichting aldus: “In 1572, toog de Spaansche veldheer don Dionisius Vicca met zijne krijgsbenden door ’t Hageland en op den Heinkensberg gekomen moest hij slag leveren tegen het leger der Geuzen, welk sterker in getal scheen te zijn dan het zijne. Vicca, vreezende de nederlaag te bekomen, aanriep de Moeder Gods en beloofde een heiligdom te stichten zoo hij overwon. Hij leverde slag en behaalde de victorie.”

In de kerk van Attenrode richtte Vicca een altaar op, ter ere van O.L.Vrouw. Toen hij stierf werd hij aan de voet van dit altaar begraven.

1.3 De viering van 1922

In 1860 was de kapel slechts 20 ca groot (legger Popp). In 1900 werd het bouwvallige kapelletje door nieuw metselwerk gesteund en vergroot, en in 1922 nogmaals vergroot, met het oog op de 350ste verjaring van zijn stichting (Chaltin, 1923, 73-74).

Vicca (4)
Fig. 4 De kapel na de oorlog

Op 15 en 20 augustus 1922 waren er grote feestelijkheden. Er ging toen 2 keer een “prachtstoet” uit, waarin de legende werd uitgebeeld.

Vicca (5)
Fig. 5 Affiche van de processie. 

 

Vicca (6)
Fig. 6 Volgorde van 21 groepen.

Bij deze gelegenheid werd ook een bedevaartvaantje gemaakt met onder andere een afbeelding van de kapel uit 1572, de vergrote kapel uit 1900 en uit 1922. Generaal Vicca bidt met zijn lang zwaard voor O.L.Vrouw de troosteres der verdrukten.

Vicca (7)
Fig. 7 Het bedevaartvaantje. 

Na de tweede wereldoorlog was de kapel vervallen. Pastoor Savonet liet ze in 1966 grondig vernieuwen, naar de plannen van architect Hazebroeck uit Kortrijk. Binnenin staat de kleine (oorspronkelijke) kapel met de tekst Troosteres der bedrukten, en aan de buitenkant lezen we de letters A.V.M. (Ave Maria). Mooie glasramen, werk van de glazenier Maurits Nevens uit Borgerhout, stellen het leven van O.L.Vrouw voor. In 1974 liet pastoor Savonet een stemmig Mariaparkje aanleggen (Wouters, 1998, 110). Op het plein staan 7 witte pilaren met 7 taferelen uit de bijbel: 1. begrafenis, 2. kruisafneming, 3. bij het kruis, 4. langs de kruisweg, 5. verloren in de tempel, 6. vlucht naar Egypte, 7. voorspelling Simeon. Het zijn de 7 smarten van Maria. Het perenhouten beeldje, vermoedelijk uit de 17de eeuw, staat in de kapel veilig opgesteld.

Bij de 425-jarige viering in 1997 maakte Willy Minart 200 genummerde afdrukken van een ets. In de kapel hangt ets nummer 200/200. Een gestencilde tekst vermeldt het “Lied ter ere van O.L.Vrouw van de Heinkensberg”, bestaande uit 4 strofen en 1 refrein. De strofen eindigen altijd met de woorden “O Moeder … wees duizendmaal gegroet”.

Vicca (8)
Fig. 8 De kapel in 2006. 

Het opschrift dat men kon lezen op een gedenksteen in de muur van de oude kerk, staat nu op een plakkaat achteraan in de vergrote kapel:
D[eo] O[ptimo] M[aximo] A° 1573. Hier ligt begraven voor het altaer van O.L. Vrouw den edelen heer Don Dionysius Vicca. Jn zyn leven general in ’t leger van den hertog van Alva. Hy behaelt eene victorie over de landgeuzen in 1573. O.L.Vrouw Altaer is door hem opgeregt.

Hieronder staat in het Latijn:
Quod prope eum vicum vicit Dionysius hostem. Hic aram struxit pro Dei honore domus. Auctori fideï erexit post arma trophaeum hic victor dux: sit laus fidei ejus opus. Michael Vicca. R.I.P.

Volgens een tekst in de kapel verleende paus Pius VII op 2 maart 1816 een volledige aflaat aan alle gelovigen die op 15 augustus en het daaropvolgend octaaf bij het beeld kwamen bidden.

 

 

2. Twijfels over de legende

2.1 Militaire onzin

Je zou verwachten dat de Spaanse generaal in Spanje bekend zou zijn. Navraag over Vicca in het archief en de bibliotheek van Cádiz leverde niets op.
Fernando Álvarez de Toledo, de tweede hertog van Alva (in het Spaans: duque de Alba), werd door koning Filips II, net omwille van zijn mislukking, in 1573 van zijn zending ontheven en naar Spanje teruggeroepen. In de Spaanse Wikipedia (6 september 2006) las ik het volgende:
“Ante este fracaso, Felipe II le relevó de su misión y dispuso su retorno a España en 1573”.

In de 16e eeuw was de Heinkensberg nog volledig bebost. Het is militair gesproken onzin, dat een generaal met een handvol soldaten in zo’n bos tegen de geuzen zou gaan vechten. Attenrode en Wever zijn behoorlijk heuvelachtig. Op de Heinkensberg heeft trouwens het voormalige NIR tussen 1955 en 1960 een TV-mast opgericht, precies omwille van zijn hoge ligging.

Vicca (9)
Fig. 9 Het reliëf van Attenrode-Wever. 

Vicca (10)
Fig. 10 De TV-mast boven op de Heinkensberg. 

Bovendien werd in onze streek helemaal niet gevochten. Een aantal Brabantse steden opende in 1572 zelfs de poorten voor Oranjes troepen: Diest, Tienen, Leuven en Nijvel (Geschiedenis, 2004, 301). Een veldslag had wel plaats op de Wolmerse heide in Vissenaken, op 15 september 1576 (Kempeneers, Vissenaken, par. 1.2). Op de kaart van Ferraris is deze veldslag met een sabel aangeduid. Wellicht is dit feit inspirerend geweest voor het verhaal van generaal Vicca.

2.2 Twijfels bij de auteurs

Het verhaal van de Spaanse generaal werd al vroeg door verscheidene schrijvers betwijfeld.
Verstegen (1947, 45-47) is zeer voorzichtig. Hij schrijft over de kapel in de voorwaardelijke wijze. Het beeld in de kapel “zou naar het archief van de kerk van Wever, er aangebracht zijn rond 1572 door den Spaanschen generaal Dionysius Vicca. Deze was geboren te Cádiz en zou als een van de legeraanvoerders van den hertog van Alva een schitterende overwinning hebben behaald op een van de legers van Graaf Willem van Nassau.” Volgens Verstegen stierf Vicca in 1584.
Volgens Raymaekers (1993, 49) zond Lodewijk Vermeulen, kleinzoon van Gerardus Henricus Vicca (7e generatie), een doodsaandenken en een brief aan zijn nicht Julia Raeymaeckers. In het doodsaandenken staat dat Dionysius Vicca rond 1523 te Cádiz zou geboren zijn. Hier begint dus de legende.

Vicca (11)
Fig. 11 Bidprentje van Dionijs Vicca. 

Volgens Pardon en De Pinchart werden de herinneringsplaat in de oude kerk van Attenrode en het bidprentje opgesteld door de familie Vicca uit Diest. Ze hebben daarom ook hun twijfels over de legende van de generaal, waar ze schrijven: “Ce souvenir pieux, largement rétrospectif puisqu’il date de 1850 environ, nous éclaire cependant sur les promoteurs de l’apposition en église d’Attenrode de la plaque commémorative. Il fut imprimé à Diest par Ch. De Winter. Ceci semble confirmer que c’est bien la branche Vicca de Diest, d’où est issu le Père Carme Melchior, qui prit l’initiative de commémorer le souvenir de Denis Vicca.”

Toch sluiten ze niet uit, dat deze familie interessante gegevens bezat om de afkomst van de generaal te staven: “En plus de la tradition familiale, il n’est pas exclu qu’ils aient possédé des archives probantes”. Van deze bewijzen schijnt geen spoor te zijn overgebleven.

De eerste maal dat een Vicca volgens Raymaekers in de bronnen vermeld wordt, is het jaar 1611 (1993, 63). Op 4 augustus 1611 moest inderdaad Jan Vicca verschijnen voor de schepenen van Zuurbemde, ingevolge van een klacht en de evictie van een dagmaal lands onder Kapellen op den mispelaer (SG 1451, f. 3 en 3v). Over de stamvader Dionysius Vicca vernemen we niets. Raymaekers zelf noemt de resultaten van zijn onderzoek “teleurstellend … daar men rond de identiteit van Don Dyonisius Vicca nog steeds in het duister tast” (p. 44).

Ook Wouters schrijft over Vicca in 1998 (p. 109): “Wie Dionysius Vicca eigenlijk was, heeft men niet met zekerheid kunnen achterhalen. Was hij een Spanjaard of een Italiaan? Werd hij in 1523 in Cádiz geboren en was hij een edelman? Een sluitend antwoord blijven we schuldig. Hij was in elk geval geen generaal noch kolonel, zoals de legende vertelt.”

 

3. De naam Vicca

3.1 Namen die eindigen op -a

De Spaans klinkende naam Vicca is een “eigen vreemdeling op -a”, zoals ik met andere namen heb aangetoond (Publipers, Sprokkel 97). Voorbeelden zijn Leva of Delva verkort uit Val, Trippa is een variant van Trippaerts, Bouseau komt ook voor in de spelling Boussia, en Massa is een Waalse verkorting van Thomas. Debrabandere geeft in zijn Woordenboek van Familienamen nog andere voorbeelden: Rega of Riga komt uit Reingardt, dit is “ragin-gard” (p. 1026), Pira komt uit Pierrat, een verlenging van de voornaam Pierre (p. 967). In het archief vond ik trouwens bewijzen dat Debrabandere gelijk heeft. Leonardus Rigaerts trouwde in Attenrode op 17 februari 1677 met Christina Vicca (parochiereg.), maar in 1682 lees ik dat Lenaert Riga getrouwd was met de dochter (nl. Christina) van Dionijs Vicca (O 1618, p. 386). Dezelfde heet in 1688 Leenaert Rigaux (O 1623, f. 49).

Namen op -a lijken vreemd, maar zijn het daarom niet. Zo is ook Vicca te verklaren als een Nederlandse naam. Debrabandere geeft in zijn eerste druk de oplossing bij de familienaam Wyckaert, met varianten als Wiccaert, Vicart en Wika, gevormd uit het Germaans wîg-hard “strijd + sterk”. Bij deze varianten hoort ook Vicca, ook geschreven Vicka (zoals ook Riegaerts een variant is van Riga).

3.2 Vicca’s in Attenrode

In Attenrode komen de Vicca’s talrijk voor vanaf het einde van de 16de eeuw, onder meer in de cijnsboeken van de Grote Heilige Geest in Leuven. Het is jammer dat er tussen het cijnsboek van 1528 (O 1613) en dat van 1600 (O 1614) geen ander cijnsboek bestaat. Op 20 oktober 1619 trouwde Elisabet Vicka met Peter Petermans, zo vernemen we in de klapper. Het origineel is echter verdwenen. Ook van Jan Vicka weten we enkel dat hij op 20 oktober 1620 in Attenrode stierf. In het rijksarchief van Leuven bevindt zich een microfilm (1.222.406) met de dopen, huwelijken en overlijdens van Attenrode-Wever vanaf 1618. Bij nader inzien bevat de film enkel gegevens uit Wever, maar niet uit Attenrode, zodat we de afkomst van de Vicca’s voor 1619-1620 in de parochieregisters niet kunnen achterhalen.

In 1600 (en volgende jaren) betaalde Jan Vicca, en voor hem Jan Proveneers, aan de H. Geest van Leuven een cijns voor anderhalve bunder in Attenrode, soe beempt, lant, oft bosch gelegen opt quaijstraten velt. De gicht werd gedragen door Jan Proveneers Jans soen, en daarna door Pauwels vicca geboren wten licham Cristijn proueneers. De betaling geschiedde op alder kinderen dach 1613 (O 1614, f. 64). Jan Vicca was dus gehuwd met Christina Proveneers, maar een juiste datum kennen we niet door gebrek aan documenten. Zijn opvolgers waren Marij Vicca, en daarna Peeter Mares en Dionijs Vicca bij successie (o.c.).

In Attenrode betaalde Geeraert Vicca in 1665 een cijns voor een vijver. Vervolgens werd deze cijns op 21 juli 1687 voldaan door Henrick Vicka (O 1617, p. 391), in 1698 geschreven Hendrick Vica (O 1627), en in 1751 bezat Hendrik Viccaerts goederen op het Binnenveld (Mechelen, map Attenrode).

3.3 Ouder dan de generaal

Pardon en De Pinchart vonden Vicca’s in onze regio, vóór het verschijnen van de vermeende Spaanse generaal in Attenrode. Hierbij noteren ze: “Ceci remet en question l’origine espagnole, la naissance à Cadix, la qualité de “général” et même l’engagement du Henskensberg en 1572, dont aucun historien sérieux ne fait mention”.

Ik heb enkele documenten doorgenomen. De oudst vermelde Vicca is, volgens Pardon en De Pinchart de aartsdiaken van Luik in 1237. Het document bevindt zich in Tienen in het fonds van het Maagdendaalklooster van Oplinter (K 10.923, nr. 19).

In plaats van H. de Vicka staat in het document echter H. de Dicka, dit is de verlatijnsing van “Henrik van Dijk”. Geen Vicca dus.

Een Peeter Vicca was echter wel rentmeester in genoemd klooster in 1573 (K 10.934, nr. 586)!

vicca-12.jpg
Fig. 12 Document K 10.934, nr. 586.

Hierin staat letterlijk: “Broeder peeter vicka voorgangher ende rentmeester des goidtshuys van meechdendaele”.

Andere onbetwiste Vicca’s vond ik in het Leuvense stadsarchief:

– Nr. 7814, f. 290. Leuven, 26 november 1529.
“Petrus vycarts filius quondam wilhelmi et Anne praymans eius uxor”. Peter Vycarts, zoon van Willem, bezat onder andere 3 huizen in Leuven.

– Nr. 7831, f. 310v. Lathuy, 7 maart 1547.
“Dionisius et Henricus vica fratres filij quondam petri … nomine et ex parte Johanne et ysabelle vica sorores”. Dionijs en Hendrik Vica waren de broeders van Joanna en Isabella, samen kinderen van Peter Vica. Deze familie woonde in Waals-Brabant in Lathuy. Als “wijlen Petrus Vica” 60 jaar was geworden, dan zou hij geboren zijn in 1487, dus “bien avant don Dyonisius Vicca!”.

– Nr. 8219, f. 63. Noduwez, 1 februari 1568.
“Jehan vicar fils de feu pierre demourant a Nodewez”. Deze Jehan Vicar woonde in Nodevoort (Noduwez) en had een broeder Georges die woonde in Boninne.
Er woonden dus vóór de generaal al Vicca’s in Tienen, Leuven, Lathuy en Noduwez. Pardon geeft bovendien nog namen van Vicca’s uit Sint-Jans-Geest en Raatshoven bij Landen.

 

4. Het rijk der fabelen

4.1 De oorsprong van de kapel

De kapel op de Heinkensberg wordt in het archief pas vermeld in de tweede helft van de 17de eeuw. We mogen aannemen dat ze rond deze tijd door een bemiddelde landbouwer Vicca of Vicka (uit ouder Viccaerts) werd opgericht. De generaal verwijzen we hierbij naar het rijk der fabelen. De Vicca’s duiken in Attenrode en Glabbeek op, net voor 1600. Waarschijnlijk gaat het om een ingeweken familie. Bij gebrek aan bronnen heb ik de herkomst van de Vicca’s nog niet kunnen achterhalen.

Interessant is het document 7495, f. 63 (datum 27 oktober 1603). Hierin vinden we “Jan Vickaerts sone wijlen Dionijs [naam van de generaal!] als man ende momboir Christina Proúeneers dochter Pauwels sone wijlen Jans Proueneers”. Deze Jan Vickaerts beloofde om 14 jaren achterstallige betalingen van een rente van 2 rinsgulden te betalen. Volgens schepenbrieven, opgesteld in Leuven op 25 februari 1521, had de grootvader Jan Proveneers een contract afgesloten, waarvoor zijn kleinkinderen na 1600 nog steeds renten moesten betalen. Hiermee is de aankomstdatum van de Vicca’s in Attenrode nog altijd niet bekend.

© Dr. P. Kempeneers, Leuvensestraat 43-45, 3300 Tienen. – Januari 2007.
Computerbewerking: Dr. E.Y. Kempeneers.

 

Beknopte bibliografie – Onuitgegeven bronnen.

* Leuven Rijksarchief.
Kerkarchief van Vlaams-Brabant (K), nr. 20.228.
Openbare Onderstand (O), nr. 1613, 1614, 1617, 1618, 1623, 1627.
Schepengriffies (SG), nr. 1451, 7173a.
* Leuven Stadsarchief.
Oud archief, nr. 7495, 7479, 7497, 7814, 7831, 7832, 7858, 8219.
* Mechelen, aartsbisschoppelijk archief.
Map Attenrode en Wever.
*Tienen Hagelands Historisch Documentatiecentrum.
Maagdendaal Oplinter (K), nr. 10.923, 19; 10.934, 586.

 

Beknopte bibliografie – Uitgegeven werken.

Chaltin, L. Het kappelleken (sic) van den Heinkensberg te Wever. In: Brab. Folklore 3de jg. (1923), nr. 15, p. 73-74.
Debrabandere, Frans. (DB) Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk. Amsterdam-Antwerpen, 2003, 2de druk.
Geschiedenis van Brabant van het hertogdom tot heden. Leuven, Davidsfonds, 2004.
Kempeneers, P. Tiense Sprokkels. Genummerde bijdragen verschenen in Publipers, Tienen. De meeste sprokkels zijn te raadplegen op het internet.
– Idem. Vicca van bij ons. In: Oost-Brabant, jg. 43, nr. 4 (2006), pp. 264-266.
– Idem. Toponymie van Vissenaken, in: Handelingen van de KCTD, 2006.
– Idem. Toponymie van Attenrode-Wever. In: Handelingen van de KCTD, 2007.
Pardon, Jean-Michel et Henry de Pinchart. Origines espagnoles des Vicca du Hageland. Bruxelles, 1963.
Idem. Les Vicca du Hageland et du Brabant wallon. Addenda & corrigenda. Bruxelles, 1980.
Raymaekers, Bruno. De Oorsprong en de sociale Status van de Vicca’s uit het Hageland in de 16e, 17e en 18e Eeuw. In: Heemkundige Kring Glabbeek, Jaarboek 1993, pp. 44-74.
Verstegen, V. Geschiedenis van Attenrode-Wever. In: ESB 1943, blz. 32-44, 70-85, 150-157, en 1947, blz. 1-18, 40-47, 106-116.
Wouters, Valeer. Legendarisch en vroom Hageland. Leuven, IGO, 1998, pp. 107-111.

Brussel, maandag 29 januari 2007. Verschenen in integrale vorm op de website op 8 april 2013.