Over de moeilijke naam Metsel in Vissenaken is al vroeger geschreven. Ik vond de naam in 1372 met lange ee als “meetsel”, en in 1568 met korte e als “metsel”. De naam bestaat heden nog in de straatnaam Metselveld.
Metsel is het veld gelegen tussen de Dienemstraat, de Twaalf-Apostelenstraat, het Metselveld (= straatnaam!), de Kumtichstraat en de Metselstraat, nu doorsneden door de Aarschotsesteenweg.
Over het toponiem Metsel schreef wijlen professor H. Draye uit Herent in de “Handelingen” van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie (1943). Ingenieur en leraar van het technisch onderwijs Edouard Dewolfs wijdde er twee bladzijden aan in het tijdschrift “Eigen Schoon en de Brabander” (1943). Professor J.L. Pauwels uit Aarschot deed het grondiger in de Feestbundel H.J. Van de Wijer in het oorlogsjaar 1944.
In het algemeen werd uitgegaan van een Romaanse vorm “machelle” of “marcelle”. Hierin ligt de klemtoon op de tweede lettergreep. Pauwels merkte echter op, dat bij leenwoorden de klemtoon wordt overgenomen. In Vissenaken ligt de klemtoon op de eerste lettergreep (Métsel). Pauwels vond dus een ontlening aan het Romaans twijfelachtig. Pauwels had gelijk.
Voor Metsel gaan we best uit van een Germaanse samenstelling. Het eerste lid is “mede” of “meet”, een bijvorm van “made” of “maet”, een veel voorkomende naam voor grasland. Het woord hoort bij het werkwoord maeden/maeyen, met de betekenis “afsnijden, maaien” (cf. het Woordenboek van Kiliaan, 1599). Deze grondvorm is verlengd met het suffix -sel. Meet-sel, later Met-sel, is te vergelijken met het weidetoponiem eusel, dat ontstaan is uit de combinatie van het werkwoord eeuwen “voederen” + sel. Metsel betekent dus gewoon “maaiweide”. Het Metsel ligt naast de Rozendaalbeek, zodat onze verklaring klopt met het geografisch uitzicht.
Dr. P. Kempeneers.