In het rijksarchief van Leuven bevindt zich een (nieuwe) microfilm (1.222.406) met de dopen, huwelijken en overlijdens van Attenrode-Wever vanaf 1618. Bij nader inzien bevat de film met de misleidende titel enkel gegevens uit Wever, maar niet uit Attenrode. Zo komt het dat we de afkomst van de Vicca’s voor 1619-1620 in de parochieregisters niet kunnen achterhalen.
Wel vond ik in de rekenboeken van de Grote Heilige Geest van Leuven nog een aantal interessante gegevens. In 1600 (en volgende jaren) betaalde Jan Vicca, en voor hem Jan Proveneers, aan de H. Geest van Leuven een cijns voor beemd, land en bos gelegen op het “quaijstraten velt”. De Kwadestraat was de vroegere naam van de Meenselsestraat (nu Torenstraat genoemd) in Attenrode. De gicht werd gedragen door Jan Proveneers, zoon van Jan, en daarna door Pauwel Vicca geboren “uit het lichaam van Cristijn Proveneers.” De betaling geschiedde op “alder kinderen dach” in 1613. Jan Vicca was dus gehuwd met Christina Proveneers, maar een juiste datum kennen we niet door gebrek aan documenten. Zijn opvolgers waren Marij Vicca, en daarna Peeter Mares en Dionijs Vicca “bij successie”.
In Attenrode betaalde Geeraert Vicca in 1665 een cijns voor een vijver. Vervolgens werd deze cijns op 21 juli 1687 voldaan door Henrick Vicka, in 1698 geschreven Hendrick Vica, en in 1751 bezat Hendrik Viccaerts goederen op het Binnenveld.
Besluit. De kapel op de Heinkensberg wordt in het archief pas vermeld in de tweede helft van de 17de eeuw. Rond deze tijd werd ze door een bemiddelde landbouwer Vicca of Vicka (uit ouder Viccaerts) opgericht. De generaal verwijzen we hierbij naar het rijk der fabelen. De Vicca’s duiken in Attenrode en Glabbeek op, net voor 1600. Waarschijnlijk gaat het om een ingeweken familie. Op dit ogenblik is de variant Wyckaert nog talrijk in het Gentse aanwezig.
Dr. P. Kempeneers.
Zie ook het boekje “Vicca van bij ons“.