De eerste maal dat een Vicca volgens Raymaekers in de bronnen vermeld wordt, is het jaar 1611. Op 4 augustus 1611 moest inderdaad Jan Vicca verschijnen voor de schepenen van Zuurbemde, ingevolge de evictie (inbeslagneming) van een dagmaal lands onder Kapellen “op den mispelaer” (Schepengriffies 1451, f. 3). Over de stamvader Dionysius Vicca vernemen we niets. Raymaekers zelf noemt de resultaten van zijn onderzoek “teleurstellend”.

De Spaans klinkende naam Vicca is een “eigen vreemdeling op -a”, zoals ik in mijn sprokkel 97 heb aangetoond. Voorbeelden van namen op -a zijn: Leva, Trippa, Boussia, Tokka, Massa, Rega, Pira, enz. Leonardus Rigaerts (in deze spelling) trouwde in Attenrode op 17 februari 1677 met Christina Vicca, maar in 1682 lees ik dat Lenaert Riga (vorm op -a!) getrouwd was met de dochter (nl. Christina) van Dionijs Vicca. Dezelfde heet in 1688 Leenaert Rigaux (sic).

Vicca is gewoon te verklaren als een Nederlandse naam. Debrabandere steunt in zijn “Woordenboek van Familienamen”, tweede druk, voor de verklaring van Vicca (p. 1268) op het onbetrouwbare artikel van Chaltin (Brabantse Folklore, 1923). Toch geeft hij zelf de oplossing bij de familienaam Wyckaert, met varianten als Wiccaert, Vicart en Wika, gevormd uit het Germaans wîg-hard “strijd + sterk” (p. 1341). Bij deze varianten hoort Vicca, ook geschreven Vicka, Vica en Vickaerts (zoals ook Riegaerts een variant is van Riga). In Attenrode komen de Vicca’s talrijk voor vanaf het einde van de 16de eeuw, onder meer in de cijnsboeken van de Grote Heilige Geest in Leuven. Het is jammer dat er tussen het cijnsboek van 1528 en dat van 1600 geen ander cijnsboek bestaat.

Op 20 oktober 1619 trouwde Elisabet Vicka met Peter Petermans, zo verneem ik in de klapper van de parochieregisters. Het origineel is echter verdwenen. Ook van Jan Vicka weten we enkel dat hij op 20 oktober 1620 in Attenrode stierf.

Dr. P. Kempeneers.

Zie ook het boekje “Vicca van bij ons“.

Verschenen in de Publipers op donderdag 15 februari 2007.