Over heel wat gemeenten bestaat nog geen grondige studie. Tienen is een uitzondering. Wat niet wil zeggen dat over Tienen alles geschreven is. Als op een schilderij van de 18de eeuw enkele notabelen staan, is het lang zoeken om te weten welke invloedrijke personen de stad toen hebben bestuurd. Voor veel dorpen uit onze nabije omgeving is de kennis van het verleden nog veel beperkter. Neem nu Wange, een kleine deelgemeente van Landen.

Wat betekent Wange? Ouderen kennen misschien nog het rijmpje dat ritmisch gezongen werd bij het touwtjespringen: “Wing, Wang, Loër, Euver’espen, Ossemoël” (Wing: volkse uitspraak van Neer- en Overwinden; Wang is de gemeente Wange; dan volgen de gemeenten Laar, Overhespen en Orsmaal). Wange heeft niets met het dialectische wang te maken, dikwijls versterkt met zot. Een zotte wang is een onnozele vrouw (zie Kempeneers, Tiens en Hoegaards Idioticon). Wange is oorspronkelijk een weidebenaming, die op de nederzetting is overgegaan.

Wie de toponymie van een groot gebied bestudeert, merkt dat sommige namen ruimer verspreid zijn dan gedacht. Namen op heem bvb. zijn ook in Engeland erg bekend, waar ze eindigen op -ham. Namen op -ou zoals Watou, uit wata ‘vochtig’ + ouwe ‘waterland’ (zie mijn sprokkels over de O), komen overeen met de talrijke namen op -au in Duitsland en Zwitserland, zoals Aarau, Brittnau, Gossau, Littau, Widnau, enz. Wang is ook zo een bekend woord. Het is in Zwitserland bewaard in de gemeentenaam Aarwangen. Dit is een samenstelling met de beeknaam Aare + Wang, een Germaans woord met de betekenis ‘zacht afhellende weide’ of ‘kromming, inzinking in de bodem’.

Andere Wange-benamingen zijn: Fahrwangen (weiden begroeid met varens), Hüntwangen (weiden met een hinde), Killwangen, Müswangen, Wangen bei Olten, Wangenried, enz. In Zwitserland komt ook Wangen voor als simplex, met de betekenis ‘bij de hellende weiden’. Het is precies dezelfde naam als Wange in Vlaams-Brabant.