Op de Dries 38 in Glabbeek staat een herberg met de naam Café Gildehuis. Bovenaan zien we de datum 1920 en een ingemetselde steen met het opschrift N1776C en de afbeelding van een pijl en een boog. De initialen N en C heb ik kunnen toewijzen aan Norbertus Coeckelbergh die in 1776 nog de pachter was het Pachthof van de Grote Heilige Geest. Voor hem, in 1738, betaalde Lambrecht Coeckelberch huurgeld aan de H. Geest als “hoofdman” van de gilde. Mogelijk was hij de vader van Norbertus.
Café het Gildehuis kwam in de plaats van het Schutterhuis op dezelfde plaats. Het archief van de Grote Heilige Geest van Leuven laat ons toe de geschiedenis van de schuttersgilde van Glabbeek te volgen tot in de 15de eeuw. In de meeste gevallen zijn de schutterhuizen verdwenen en is de vroegere lokatie slechts met veel moeite te vinden. Maar Glabbeek vormt een grote uitzondering! In feite is er niet veel veranderd. Wel is de oude Dries drastisch verkleind. Een plattegrond uit 1763 toont de Dries als een zeer groot driehoekig plein, met in het midden de schandpaal. Een groot deel van de Dries werd gebruikt voor de bouw van de kerk. Rechts van de kerk lag een strook grond die de schutters gebruikten om hun doelen op te zetten. Het Schutterhuis diende als onderpand. Zo lees ik in een akte opgesteld in Leuven op 1 juni 1568. Jan Mols, Jooris Wiers en Servaas Wiers tekenden als dekens van de Gilde de overeenkomst met Daniel vander Beken, de meier van de Grote H. Geest in Leuven.
De gilde was op dat ogenblik al oud. In 1483 betaalden de “ghesellen van den boge te glabbeke” voor hun huis, 25 roeden groot, jaarlijks 1 denier. Het is het oudste document waarin de gilde wordt vernoemd. In 2008 is dat precies 525 jaar geleden, een rond getal om een feest op te zetten. Naast het Schutterhuis staat de oude Smidse (Dries nr. 40). Deze werd gebouwd in 1610 op een stukje grond van de H. Geest. In 2010 is dit 400 jaar geleden.