In het Leuvense rijksarchief bevindt zich onder het nummer 23.336 een map met een interessante verzameling kleine kwijtschriften. Ze hebben alle betrekking op uitgaven gedaan door de pastoor van Kapellen. Zulke papiertjes werden vroeger massaal weggegooid. Soms vinden we ze als een los blaadje tussen de rekeningen. Maar in genoemde map zit een hele verzameling, door een pastoor bijgehouden die niets kon weggooien. Voor de studie van de sociale toestand in een agrarische gemeente als Kapellen zijn zulke papiertjes goud waard.
De eerste communie was voor de jonge kinderen in het dorp een feestdag. Maar soms kon een arme dorpeling zijn kind niet in het nieuw steken. Zie je het sukkeltje daar al staan met een gelapte broek en met blote voeten? De pastoor was de geschikte persoon om raad te vragen. Hij had relaties met de tafelmeester, de voorloper van de secretaris van ons OCMW. De schoenlapper van het dorp maakte een paar ‘schoen’. De tafelmeester betaalde in de plaats van de behoeftige vader en zo stond zijn zoon, fier als de andere kinderen, met nieuwe schoenen voor het altaar. Een jonge boer verloor al eens zijn veel belovende jonge koe. Met steun van de Tafel van de Heilige Geest kon hij een nieuwe koe kopen.
In de bundel steken tientallen kwijtschriften voor werken uitgevoerd aan de kerk of voor de aankoop van een nieuwe kelk. In de map zitten ook kwijtschriften voor tussenkomsten voor de armsten van het dorp. Ik heb zo een vijftal kwijtschriften letterlijk overgenomen. Ze dateren van 1806 tot 1816 en zijn ook voor de leek goed leesbaar. Ik geef ze in chronologische volgorde.
Ontfangen van den eerweerdigen heer pastoor van Capellen als uijtdijlder der arme van Capellen twee gulden sestien stuijvers jn voldoenin van een paer nieuw schoen gemackt voor matijs govaerts van Capellen. Actum desen 1 april 1806. (Getekend) L.Francois.
Ontfangen van den eerweerdigen heer pastoor van Capellen als uijtdijlder der arme van Capellen eenen gulden dertien stuijvers jn voldoeninge van een paer nieuw schoen voor de doghter van antoon nagels van Capellen. Actum desen 14 april 1806. (Getekend) L. Francois.
Jk ondergeschreven Bekenne op datum dezer 31 Mey 1815 uyt handen van den Eerw. Heer Pastoor van Nieuwer-Cappellen ontfangen te hebben de somme van tien guldens en tien stuyvers Brabants Courant geld, tot een aelmoesse uyt de revenuen der Armen-Tafel dezer gemeynte, om my eenigsints te helpen in het ongeluk, hetwelk my onlangs overkomen is door het sterven van een jonge en schoone Koey-Beest. (Getekend) H. Lambrechts woonende tot Cappellen.
Gemackt door my ondergeschreven ten dienste der Armen-Tafel van Nieuwer-Cappellen eenen kazak, vest, en Broek voor den zoon van Lucie Devos, om zyne Eerste Communie te doen dit jaer 1816, En daer aen door my verdient twee guldens en twee stuyvers, Dico … 2 = 2 = 0. Welke somme my is voldaen op Datum Dezer 20 april 1800 zesthien Door Den eerweerdigen heere pastoor van Niuwer Cappellen. (Getekend) Adriaen Dehopere.
Den ondergeschreven bekent ontfangen te hebben van den heer eerweerdigen heer passtoor van Cappellen de somme van ses guldens voor drij paer schoenen voor de eerste communikaenten van den armen van Cappellen. Actum desen vijftienden apriel 1800 negentien. (Getekend) Joseph Francois.
Dr. P. Kempeneers. Tienen, 15 september 2007.