Al in 1989 werd Aardgat gebruikt voor een natuurgebied in de Grijpen te Tienen.

Oorspronkelijk was het Aardgat een weggetje. Aard is in onze regio gewoon een veld gelegen tussen wegen.

Rond 1400 was er een “artgat” nabij het land van Kerstinen van Leuven, overeenkomend met de huidige Veldstraat. Buiten de Leuvense Poort liep een aardgat naast een perceel land van Onze-Lieve-Vrouw ten Poel. En in 1441 was er een aardgat “te Bruneseem wert”.

Ook in veel andere gemeenten vond ik aardgat: in 1440 in Kiezegem in de omgeving van de Zilverberg, in Bunsbeek in 1454 op de Zavel en in 1773 aan het Vlaasveld. In Kapellen bij Glabbeek was er een aardgat in het gehucht Berchem en in Vertrijk op het Lovens Veld bij de straat die liep naar de Tichelrie. Waanrode had een Weegat en Oplinter een Molengat, een Mestgat en een Klapgat.

Gat is een kleine, soms doodlopende toegangsweg. Het woord is te vergelijken met het Duits Gasse en Luxemburgs gaass, maar ook met het Engels gate. Internationaal is “gate” nu de toegangsweg naar het vliegtuig in de luchthaven.

G8

In de toponymie of plaatsnaamkunde kennen we gat ook in verscheidene samenstellingen. Naast het Aardgat vinden we in Vertrijk ook een Koutergat, Hazeleersgat, Laatgat, Mestgat en Willebringersgat. In Kapellen kenden we het Hamelsgat en het Papengat, en in Kerkom het Cousgat en het Oliviersgat. Het Reynkensgat was een doodlopend straatje in Zoutleeuw, in de buurt van het Bethaniaklooster, van de Ingelstraat naar Wal II. De huizen in het Reynkensgat werden ingenomen voor de bouw van de Citadel.

Geen “gat” echter is het Trekgat in Zoutleeuw. Dit is een eigenaardige vervorming van de persoonsnaam Rickart!

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op woensdag 31 december 2014.