Tijdens een vakantie in Egypte zagen we in de tempel van Philae een Franse tekst staan. Dat was uitzonderlijk, want in de pijlers staan normaal enkel hiërogliefen. In maart 1799 had Jean Jacques Castex een tekst gegraveerd. Hierop lazen we dat het Franse leger in Egypte was aangekomen en de mamelukken had verjaagd. De tekst dateerde van 13 ventôse van het jaar 7. Een kleine rondvraag bij de mensen die op onze boot verbleven, leerde mij dat haast niemand het woord ventôse kende. Daarom deze geschiedkundige sprokkel. Hij is dus niet bedoeld voor de intellectuelen die van de “Republikeinse Kalender” al hebben gehoord.

castex

Op 22 september 1792 begonnen de Fransen met een eigen kalender, die gebruikt moest worden in het hele Franse Rijk. Hij werd uitgedacht door de wiskundige Charles-Gilbert Romme. Op deze wijze wilden ze komaf maken met de Gregoriaanse kalender en hiermee ook de invloed van de katholieke kerk verminderen, na de scheiding van Kerk en Staat. Voortaan werd het jaar ingedeeld in 12 maanden die elk 30 dagen zouden omvatten. Een week duurde 10 dagen, decade genoemd. Om de duur van een kalenderjaar gelijk te maken met het astronomisch jaar kwamen er nog 5 à 6 dagen bij, sansculottiden genoemd. De Franse namen voor de weekdagen lundi, mardi, mercredi, enz. eindigen op -di. Deze uitgang is een overblijfsel van het Latijn dies “dag” en diende als basis voor de nieuwe namen. Hiervoor gebruikten de Fransen de Latijnse telwoorden van 1 tot 10. Zo ontstonden de namen: Primidi (eerste dag, voorheen Lundi of Maandag), Duodi (tweede dag), Tridi, Quartidi, Quintidi, Sextidi, Septidi, Octidi, Nonidi en ten slotte Decadi. De tiende dag werd beschouwd als een vrije dag zoals voorheen de zondag.

De Franse dichter Fabre d’Eglantinde vond de namen van de maanden uit. Ze hebben een specifieke uitgang, die het seizoen weergeeft. Een kort overzicht. De eerste maand van de herfst liep van 22 september tot 21 oktober van het jaar 1. De nieuwe maand heette Vendémiaire. De uitgang is -aire en wijst naar de vendange of wijnoogst. Dus Wijnmaand in het Nederlands. Hierop volgden Brumaire en Frimaire (Nevelmaand en Vorstmaand). De namen van de wintermaanden zijn Nivôse, Pluviôse en Ventôse of Sneeuw-, Regen- en Windmaand. Eerst was het samentrekkingsteken op de o niet voorzien. Deze schrijfwijze is inderdaad verkeerd: de uitgang is gewoon -ose. Van het wegvallen van bijvoorbeeld een s is geen sprake. Dan volgen in de lente: Germinal, Floréal en Prairial, die verwijzen naar het kiemen en het bloeien van planten, en de weiden. Ten slotte kregen we in de zomer: Messidor (Oogstmaand, moisson = oogst), Thermidor (Warmte- of Hittemaand) en Fructidor (Vruchten- of Fruitmaand). Voor de Belgen waren sommige maanden wat verwarrend. Prairial of Weidemaand komt overeen met mei en juni, niet met de Grasmaand april. Messidor is de maand juni en juli, niet de Oogstmaand augustus.

De Republikeinse kalender hield 14 jaar stand, van 22 september 1792 tot 1 januari 1806. Hij werd ook in België opgelegd. Onmiddellijk na de afschaffing maakte de drukker G. Huyghe op de Kaasmarkt in Brussel een overzichtstabel om de kalender om te zetten naar de oude. Dit is handig, omdat de maanden niet zo maar overeen kwamen met de vroegere. In een linkerkolom staat bijvoorbeeld Frimaire met zijn 30 dagen. In de volgende kolomen van het jaar 1 tot 14 (1792 tot 1805) vinden we telkens de dagen van vroegere twee maanden. Zo komt de 6de Frimaire van het jaar 7 overeen met 26 november 1798, de 12de Frimaire met 2 december 1798. Op de laatste bladzijde staan de “Jours complémentaires, correspondant à Septembre”.

De uitgave heeft als titel “Calendrier de la correspondance du nouveau et de l’ancien style, depuis l’An Ier de la République jusqu’au 11 Nivose de l’An XIV (1er Janvier 1806). De Gregoriaanse kalender kwam opnieuw in gebruik door een beslissing van de Senaat op 22 Fructidor van het jaar XIII, dit is 9 september 1805. Uiteraard biedt het internet nog andere mogelijkheden om bijvoorbeeld de geboortedatum van een voorouder, aangeduid volgens de Republikeinse Kalender, om te zetten.

Verschenen in de Publipers op woensdag 6 januari 2016.