De namen van de oudste bewoners in Oorbeek vinden we terug in de hertogelijke cijnsboeken, bewaard in het rijksarchief te Brussel. De moeilijkheid is dat de oudste cijnsboeken niet gedateerd zijn. De datering in de gedrukte catalogen zijn niet altijd betrouwbaar. Een voorbeeld. Het Cijnsboek nummer 44.677 uit de Rekenkamers krijgt als datum “2me moitié du XIVe siècle”. Als we een gemiddelde maken, zouden we dit handschrift kunnen dateren rond 1375. Op de folio 35 lees ik dat het Kapittel van Hoksem de toestemming kreeg om een brug te bouwen over de Mene achter hun winhof of thoff te broecke. De rentmeester die de toestemming verleende, was Janne van Reynghem uit Tienen. De bijgevoegde datum luidt: xxiij februarij anno lxxv, dit is 23 februari van het jaar ’75. Net zoals wij ’02 schrijven voor 2002, schreef de rentmeester ’75. Maar: 1375 kan niet. Hij schreef immers een cijnsboek voor Tienen in 1477. De datering van de gedrukte cataloog is derhalve een eeuw verkeerd. De afkorting lxxv luidt volledig 1475. Het cijnsboek dateert dus van veel later.

Anderzijds zijn andere cijnsboeken veel ouder. Een vorige eigenaar werd aangeduid met de vermelding ex parte + een genitief. Aan de hand van deze eigenaars kunnen we de cijnsboeken beter dateren. Het nummer 44.678 is zeker het oudste. De eigenaars die hierin zijn vernoemd, klimmen zeker terug tot 1300 of zelfs iets vroeger. Een voorbeeld: Primo her florijs iannen ex parte Walteri iannen, iohannis de curia alias sancti germani de hoxeem, iohannis specht et reyneri filij domini reyneri de palude. Ze betaalden aan de hertog jaarlijks 9 schellingen en 3 broden. Latere toevoegingen leren ons dat deze cijns diende voor weiden aan de Mene in het huidige Wijgebroek. Ik heb deze weide gelokaliseerd op B 30, een perceel gelegen tussen de Mene en de Wijgebroekstraat.

De rentmeesters vertaalden niet alleen de voornamen (Jan wordt Johannes, Wouter wordt Walterus), maar ook de familienamen. In Oorbeek heeft nooit een mijnheer “De Palude” gewoond, evenmin als “De Curia”. Dit zijn verlatijnsingen, zoals we trouwens lezen in een cijnsboek van rond 1420. Hierin klinken de namen in het Nederlands als volgt: Eerst her [lees: Heer] florys iannen van wouter jannens wegen, Jans vanden houe [lees: Hove] anders sinte germeyns van hoxeem, jan specht ende reynere sone her reyners vanden broeke.

Dr. P. Kempeneers.