Een site met de naam ’t Lycée is in Tienen nooit bekend geweest. Zie vorige sprokkel.

Bovendien was er aan de Albertvest nooit een Begijnhof. Dit stond naast de afgebrande Paterskerk. Volgens pastoor P.V. Bets (1861) bestond het Begijnhof al in 1202. Zeker is wel dat Odilia van Hakendover in 1287 aan het bestaande Begijnhof een schenking deed (serie C 38).

In 1764 vonden we hier 57 huizen, naast het Convent, de Infirmerie en het Comptoir. In 1798 waren alle huizen en gronden eigendom van de staat. De Dominikanen kochten een groot deel op en stichtten er hun klooster in 1844. Op 8 december 1857 stierf het laatste begijntje.

Vanaf 1825 kwam er een Burgerlijk Gasthuis op de terreinen van het vroegere Begijnhof. Dit Gasthuis werd gebombardeerd op 25 mei 1944. Een brand verwoestte de oude Paterskerk of Begijnhofkerk in 1976.

Schuin tegenover de Paterskerk, in de Bostsestraat langs de Borggracht, bezaten de Handboogschutters in 1536 een huis (E 158). Ze verhuisden naar een woning in de Kabbeekstraat, nu een deel van de Kredietbank. Waar de schutters eerst woonden, kwam de pastorij van het Begijnhof, zeker voor 1681.

In 1883 kwam hier een school voor meisjes, in het Frans genoemd “Ecole moyenne de l’Etat pour filles”. In het dialect werd dit “de kolmajén”. Bij de vernederlandsing kreeg de school in 1930 de naam “Rijksmiddelbare Meisjesschool”, in 1960 “Koninklijk Lyceum” en in 1982 zelfs “Koninklijk Atheneum II”.

De school in de Bostsestraat of vroegere pastorij van het Begijnhof werd in 1964 afgebroken. Het Lyceum aan de Albertvest 86, gebouwd in 1956, was dus amper 60 jaar oud.

Het is jammer dat er geen commissies voor naamkundig advies meer bestaan om de gemeenteraad juist te informeren.

Verschenen in het Nieuwsblad op 31 mei 2016 en in de Streekkrant op 5 oktober 2016.
Zie ook Voorstellen voor naamgeving in de Lyceumsite.