Het is bekend dat het Tiense Stadhuis in 1836-1837 grondig werd verbouwd. De architect was Fr. Drossaert. De nieuwe neo-classicistische constructie rust op 6 massieve vierkante pijlers. Op de eerste verdieping schragen 6 Korinthische zuilen een monumentale kroonlijst. Onder deze lijst bevinden zich boven elk venster 7 ronde nissen, met daarin 7 borstbeelden van historische figuren die belangrijk waren voor de uitstraling van de jonge Belgische natie. Ze zijn het gevolg van het koninklijk besluit van 7 januari 1835, opgesteld door minister De Theux en getiteld “Hommages rendus à la mémoire des belges”. Zo herkennen we de borstbeelden van Cobergher, Van Dyck, Rubens, Karel V, Grétry, Justus Lipsius en Andreas Vesalius.

288_Stadhuis.jpg

Prof. dr. O. Steeno is geïnteresseerd in de anatoom Vesalius en zijn nageslacht. Zijn vraag is: zijn de 7 borstbeelden in brons gegoten, of zijn het gewoon vergulde ijzeren beelden? Is dit laatste het geval, dan is er in 1837 lelijk gefoefeld. Everaerts leverde 7 bustes in gebakken aarde aan 20 fr. het stuk. Ph. Mills uit de Groenstraat 7 in Brussel plaatste 5 luchters, 3 armkandelaars en 7 vergulde borstbeelden voor 1221 fr. Prof. Steeno denkt dat de bustes gewoon in ijzer zijn gegoten. Hij steunt hiervoor op de vermeldingen in de “Almanach du Commerce de Bruxelles”. In 1841 wordt Mills uit Birmingham vermeld als leverancier van “quincaillerie anglaise”, dus van Engels ijzerwerk. In 1854 staat Mills geboekt als verkoper van messen en ijzerwerk. Hopelijk krijgen we de kans om de bustes met de hulp van de Tiense brandweer van naderbij te bekijken. Intussen blijft de vraag: is het brons of ijzer?

Dr. P. Kempeneers.

Verschenen in de Publipers op donderdag 7 januari 2010.