Een belangrijke dag in onze geschiedenis was de verkiezing van de eerste burgemeester na de onafhankelijkheid. Op 22 oktober 1830, om 9 uur ’s morgens, togen de bevoorrechte kiezers, getooid met driekleurige cocardes naar het stadhuis. De katholiek François Van Dormael werd verkozen. Deze vrijgezel woonde in de Oudekleerkopersstraat, in het groot huis dat nu nummer 18 heeft. Het is het grootste deel van kadasternummer G 670. In dit huis woonde in 1796 Charles Van Dormael, van wie het overging naar de rentenier François Van Dormael. Het huis van de burgemeester was ontstaan door de vereniging van twee percelen.

1° Rond 1370 betaalde Peter van Tielt twee deniers. Daarna werd deze cijns voor een huis in de Bergstraat betaald door de erfgenamen van heer Olivier van Binkom (oliuerus de binckem) en in 1477 door Henrick Wayman, die het huis overliet aan Aleyd Waymans. Daarna vond ik als eigenaars Vrank van Lovene en heer Andries van Lovene.

2° Het tweede deel van het beschreven huis hoorde in 1370 toe aan Jan van Sint-Truiden (Johannes de sancto trudone), die werd opgevolgd door Henrick Corters, Henrick Lycoep, Jan Fransoys en in 1477 door Florys Swans.

In de 16de eeuw zijn de twee huizen eigendom van Vranck Traetsens geldolfsone en daarna van Ghysbrecht Ghys, van wie ze overgingen naar Willem van Geest (1617), ook geschreven Guilliam de Gee. De huizen werden verwoest bij de furie van 1635, vermits nadien sprake is van een ledigen gront daer eertijts huijsen op hebben gestaen. Op 14 augustus 1675 verkochten de erfgenamen van Willem van Geest sekeren gront oft erffue gelegen Jndie cleijn bergstraet aan Jan Tonni(n). Na de dood van Jan Tonnin hertrouwde zijn weduwe met Jan Logist, die tussen 1686 en 1698 geboekt staat als eigenaar van een hoffken … Jnde cleijn Berghstraet. Hij werd opgevolgd in het bezit van de tuin door Guilliam Persin, die nog vermeld wordt in het cijnsboek van 1735. In 1737 stond er weer een huis op, genoemd In d’aerdsch paradys. Deze naam stond in een rechthoekige steen boven de deur in Lodewijk XV-stijl.

De feestelijkheden die op de verkiezing van François Van Dormael volgden, duurden drie dagen. Ze werden besloten met een optocht die naar de Grote Markt trok, onder het zingen van “Amour sacré de la Patrie” en de “Brabançonne”. Een fanfare stapte voorop, gevolgd door een versierde wagen waarop een vrijheidsboom lag. De volgende dag werd een put gegraven, waarin de boom werd geplant. Mogelijk werd deze boom overgeplant op de speelplaats van het gemeentelijk college. Hij werd in 1920 omgehakt. De katholiek François Van Dormael (5.10.1797-11.8.1861) bestuurde onze stad tot in 1848. Wegens een verhouding met zijn knappe meid uit Kumtich viel hij, door tussenkomst van de deken, in ongenade bij zijn katholieke kiezers en werd hij niet meer verkozen. Hij werd opgevolgd door de liberaal Louis Goossens. Het slippertje met de meid maakte de weg vrij voor een liberale meerderheid die 116 jaar zou duren.

Dr. P. Kempeneers.